• 2020-01-01 15_27_53-Foto's.png
  • Kerk1.jpg

Welkom op website van de Hersteld Hervormde Gemeente te Vriezenveen

Meditatie       


…van de berg, die genaamd wordt de Olijfberg…
Handelingen 1 : 12 b


Wat een rijkdom van lering en gedachten ligt er in het feit, dat de Heere als Hij ten hemel varen zal, de Olijfberg beklimt. Immers, evengoed kan Hij opvaren uit de vlakte, ja, uit het diepste dal, als het moet uit de kolken van de hel. En zeg mij: Zijn het niet zulke vragen, die vaak een mensenhart vervullen, en mensen ziel vervoeren, en middellijk door satan gebruikt worden tot verwoesting? Het is niet de vraag voor ons wat God doen kan, maar wat Hij doen wil en welke weg Hij ons voorgaat, opdat wij door genade Hem zouden volgen. Niet in eigen kracht, want dat is enkel vijandschap. Maar dat wij ons toetsen aan dit enige kenteken: Wat zijn de gangen van Immanuël? Want: Hij leidde hen buiten tot aan Bethanië; Lukas 24:50. Dus dat is Zijn leiding: niet uit de vlakte, maar van de Olijfberg. Wat wil dat ons nu leren? Christus gaat met Zijn kerk de weg der middelen en Hij leidt vanuit de oppervlakte tot de berg. Veel vragen komen uit de liefde tot de oppervlakkigheid van dit leven. God kan mij wel een zegen geven, óók al leef ik niet zo nauwgezet als anderen, al gebruik ik niet al die middelen, al sluit ik hart en beurs voor armen en het Koninkrijk Gods. Hij kan mij wel in de hemel halen, al leef ik hier, zolang ik gezond ben, naar de wijze van de wereld. God kan – o mens, houd op! En laster God niet, door Hem al die ongerijmde dingen toe te schrijven, die uit de hel hun oorsprong hebben, en die hier wonen in ons hart, in de haat tegen het leven en de liefde tot de zonde. Nee, dit is juist de zegen, dat Hij losmaakt, uitleidt en de berg doet beklimmen. Hij brengt boven het stof, waarin wij begraven liggen; Hij verlost van de grondslag, die ligt in de natuur; Hij neemt dat oppervlakkige weg en brengt u in aanraking met hemelse werkelijkheden. Als wij in aanraking komen met hemelse werkelijkheden, dan geschiedt dat middellijk. En als wij dat woordje middellijk noemen, dan opent zich een wijd, breed veld, waar de mensen elkaar ontmoeten, tot de tanden gewapend, om te twisten over kerken en kerkje, verenigingen en samenkomsten, en de één roept: Zie hier, en de ander: Zie daar. Maar de Koning der kerk heeft gezegd: Geloof ze niet; dus dat is zeker niet de weg door Hem geleerd. Wat is hier middellijk? Bergbeklimmen. De Heere maakt gebruik van die natuurlijke berg, zoals hij het schip gebruikte, ook al kon Hij wandelen op de zee; Hij heeft dat maar eens gedaan. Wil Hij dan Zijn kerk niet leren de hemel, dat is de gemeenschap met God te zoeken? Niet daar, waar de golven der wereldzee zich hoog verheffen, daar zinkt Petrus, maar in het schip van de levende kerk; niet daar in de vlakte, waar de wereld woelt en het vlees zich in stof wentelt, ook al kan Hij dat doen. Maar dat is Zijn weg: uitleiden, de berg op, en wat is dat dan? Wel, Hij maakt de mens los van al wat hem van beneden bindt, los van het stof, dat is de hoofdzaak niet meer. En dit kunt u wel begrijpen, al hebt u wellicht nooit de berg beklommen, dat, hoe hoger u komt, des te kleiner wordt al wat u beneden hebt gelaten en o, dat is nu levenservaring: De dingen zijn zo klein, waar het vlees zich druk om maakt, over twist, voor ijvert. Dus het woord middellijk is een middel, dat u dichter bij de hemel, de eeuwige dingen brengt en weet u wat dan openbaar komt? Al de onwetendheid en vleselijke verwachting die van binnen leeft omtrent het Koninkrijk Gods en de noodzakelijkheid van de bediening van de Heilige Geest; Handelingen 1:6-8. Dit is dus de middellijke weg, dat Hij ons leidt in al de middelen. Wordt Hij gemist in de prediking, in het eenzaam gebed, in het lezen van Gods Woord, in het gezelschap van Gods volk, ach! dan blijven wij in de vlakte, oppervlakkig; we spreken over, maar niet uit de zaak. De Middelaar en de middelen, dat is noodzakelijk en dan een trapsgewijze leiding in en verlossing van zichzelf om een Drie-enige God te eren in Zijn bediening. Daarom: van de Olijfberg. Maar veel meer nog. Ga die gang eens na, die Christus houdt met Zijn discipelen. Weer Jeruzalem uit, de Kidron over, en wie denkt niet aan die nacht, die vreselijke nacht, toen Hij ook met hen die beek overging om bloed te zweten in de hof van Gethsémane? En nooit kan of zal de kerk dat scheiden wat God verenigd heeft. Hoe menigmaal heeft Hij in de hof gebeden, geworsteld, gestreden! En nu erboven, nu de glorie, straks de grote blijdschap. Aan de voet van de Olijfberg ligt Golgotha, ligt Jeruzalem de bloedstad; Hij laat het nu alles achter, de strijd is gestreden. Maar geloof het, o volk! Dit is de middellijke weg, Grote droefheid heeft de weg gebaand vóór grote blijdschap en dat vanwege de zonde, de scheiding van God. En nu zult u Hem alleen in die weg leren kennen; niet om uw verdienste, maar uit Zijn verdiensten zal vloeien de droefheid naar God, het beleven van het Gods gemis, en dat zal plaats maken voor de blijdschap: van de Olijfberg. Hoe dan? Wel, dan ziet het geloof Christus als Overwinnaar van zonde, vloek en dood, gereed ten hemel te varen om met de geredde kerk te verschijnen voor het aangezicht des Vaders en vandaar Zijn kerk te regeren door Woord en Geest. Het geloof beklimt de berg, laat al het zicht—en tastbare achter en onder zich en verblijdt zich over datgene dat in de hemel is en leeft. Dat is voor het geloof het enig werkelijke en met blijdschap zien ze het al hier beneden voorbij gaan, terwijl de eeuwigheid hen troost. Weet u wie de berg beklom en op de hoogte van die berg was? Asaf in Psalm 73, als hij getuigt: Maar het is mij goed nabij God te zijn. Dan ziet hij alle dingen zoals God ze ziet en hij geniet de rust en de stilte boven op die berg. Dat is hemelvaart, waar Gods engelen verschijnen in het witte kleed. Daar leest u niet van in de velden van Efratha, maar bij de opstanding en nu bij de hemelvaart. Witte kleding, teken van overwinning, licht en vreugde, terwijl het Leven het won van de dood, het Licht de duisternis beschaamde en de blijdschap gewis is in Zijn opvaren en wederkomen. Wat staat u dan en ziet op naar de hemel? Keer weder naar Jeruzalem en wacht, totdat de kracht uit de hoogte u aangrijpt en ga dan uit, getuigende van deze overwinning. En zij zijn weergekeerd van de Olijfberg met grote blijdschap. Ook zij dragen dat witte kleed, u kunt het zien aan de discipelen van Jezus als zij met Hem geweest zijn op de Olijfberg. Hoe? Het kan gebeuren in de prediking. Ach, dat het meer gebeurde! Het kan in het eenzame, ja, een woordje uit de Schriften, alles keert om en de glans ligt op het gelaat, de blijdschap straalt uit het oog, en de liefde wordt gevoeld en de ontmoeting. Zij komen van de Olijfberg en de olie der vertroosting heeft hun ziel verkwikt, doet het aangezicht blinken, geeft een lieflijke geur af in het spreken, heeft hen vaardig gemaakt tot de liefdedienst. Iets van de overwinning vertonen zij, licht en vreugde omringen hen. Zie, dat is iets van de hemelvaart, van het Woord, van de Olijfberg komen zij. Het is een wonderlijk volk: Kort hierna werden zij gegeseld om de Naam van Jezus en komen bij de hunnen vol blijdschap. Waarom? Omdat zij waardig geacht waren om Zijn Naams wil smaadheid te lijden. Is dat niet een alles overwinnende vreugde? Meer dan overwinnaars zijn ze, die komen van de Olijfberg, want Christus voer ten hemel en heeft alle bergen achtergelaten en overwonnen. En indien zij maar geloof hebben als een mosterdzaad, dan heersen zij met Hem over alle bergen.

Wijlen weleerwaarde heer W. van Leeuwen, uit “Een korf met zomervruchten”.

Go to top